De gemeentelijke Algemene Reserve heeft een opmerkelijk hoge omvang bereikt, met een bedrag dat bijna de 30 miljoen euro aantikt in 2026. Hoewel zo’n financiële buffer op het eerste gezicht geruststellend is, benadrukt het tegelijkertijd een urgent en structureel probleem binnen onze gemeente. De bijna 30 miljoen euro in de reserve is incidenteel geld (eenmalig geld) geen vaste inkomstenbron. Dit is uiteraard positief, omdat het financiële ademruimte biedt.
Echter, dit grote bedrag staat in schril contrast met de dagelijkse realiteit: de gemeente kampt met een structureel tekort in het onderhoud van vitale infrastructuur, met name fietspaden en stoepen. Hoewel we in rap tempo (elke jaar enkele miljoenen) meer uittrekken voor de openbare ruimte, zijn we nog steeds niet op niveau.
”Het is een paradoxale situatie: we zijn financieel gezond dankzij incidentele meevallers, maar in de praktijk zien onze inwoners dat het onderhoud aan de straten achterblijft. De miljoenen in de reserve kunnen de gaten in onze fietspaden niet dichten zolang we niet de capaciteit hebben om de projecten te plannen, aan te besteden en te begeleiden.”
Dit benadrukt de noodzaak om, naast het beleid voor de besteding van de reserve, ook urgente maatregelen te nemen om de personeelsproblematiek aan te pakken. Alleen dan kan het structurele onderhoudstekort effectief worden opgelost en kunnen de incidentele middelen worden ingezet waar ze het hardst nodig zijn: de veiligheid en leefbaarheid van onze gemeente.




